Het is de wereld op zijn kop en frustrerend om rente te betalen aan de bank over je spaartegoed.
Je ziet daarom steeds vaker dat mensen hun geld van de bank halen en zelf gaan uitlenen. Daardoor krijg je in ieder geval weer wat rendement en de lener zal ook vaak voordeliger uit zijn dan bij de bank. Het meest komt dit voor tussen ouders en kinderen ter financiering van de eigen woning. Daarbij is het aantrekkelijk om de rentevergoeding zo hoog mogelijk af te spreken. Voor de ouders maakt het weinig uit, zij betalen namelijk geen cent extra belasting over de ontvangen rente. Hun vordering op het kind wordt net als een banktegoed even zwaar belast in box 3. Voor het kind maakt het wel degelijk uit, zij hebben namelijk recht op renteaftrek als het voor de financiering van de eigen woning is.
Waarom een hoge rentevergoeding?
Het is daarom niet verwonderlijk dat rentevergoedingen zo hoog mogelijk worden afgesproken. Uiteindelijk kunnen de ouders de ontvangen rentevergoeding jaarlijks voor een groot deel weer terugschenken aan het kind. Er zou met de schenking zelfs meer belasting kunnen worden terugontvangen dan het kind per saldo netto aan rentelast heeft.
Er zijn al de nodige procedures over gevoerd. Onder andere over een familielening met een rentevergoeding van 9%. Dit was mede omdat er geen enkele (hypothecaire) zekerheid was verbonden aan de lening. Dat ging de belastingdienst maar ook de rechtbank en het gerechtshof in Den Haag in 2018 te ver. Zij stelden vast dat een rente van 3% in deze situatie gebruikelijk zou zijn met een opslag van 1,5% vanwege het ontbreken van zekerheden.
Beleid
Ten aanzien van dit soort familieleningen heeft de belastingdienst vorige maand beleid gepubliceerd. Daarin is bepaald in hoeverre de belastingdienst meent dat nog sprake is van een reële rentevergoeding die aftrekbaar is als rente voor de eigen woning. Van groot belang zijn daarbij voor de belastingdienst: de aflossingsvorm, looptijd, zekerheden, rentevastperiode en eventuele specifieke voorwaarden (bijvoorbeeld boetevrije aflossingsmogelijkheid). Daarnaast wordt er vergeleken met de actuele hypotheekrentetarieven van banken, verzekeraars etc.
Een opslag van 0,2% boven de hypotheekrentetarieven wordt zonder meer toegestaan. Als de bank met recht van eerste hypotheek het grootste deel van de lening financiert dan is een renteopslag van 1% voor de resterende familielening acceptabel volgens de belastingdienst.
Bij een hogere rentevergoeding moet worden gekeken naar de reden van die hogere rente. Daarvoor kunnen slechts twee redenen zijn: hoeveel zekerheid er wordt gesteld door de lener en het risicoprofiel van de lener (hoe kredietwaardig is de lener). Alle feiten en omstandigheden spelen daarbij een rol. Dus, als er formeel geen zekerheid wordt gegeven terwijl dat wel mogelijk is, dan is er geen reden om een renteopslag boven de normale hypotheekrentetarieven te bereken.
Renteaftrek is niet mogelijk als vanaf het begin af aan de bedoeling van partijen is om de verschuldigde rente te voldoen uit schenkingen.
Door deze publicatie weten we nu duidelijker hoe de belastingdienst er over denkt.
Bent u geïnteresseerd en wilt u hier meer over weten?
Bel of mail mij gerust en stel uw vraag.
Bel 0252 417 450
Mail js@kromhoutlisse.nl
[su_button url=”https://www.kromhoutlisse.nl/site/columns” background=